-
1 begaan
begaan1♦voorbeelden:1 hij is begaan met haar lot • he is sympathetic towards her, he sympathizes with her————————begaan21 [zijn gang gaan] do as one likes/pleases ⇒ 〈 zijn zin krijgen〉 have one's (own) way, 〈 zonder toezicht werken〉 carry on by oneself, 〈 zonder toezicht werken〉 get on with it♦voorbeelden:1 iemand stil laten begaan • let someone do as he/she pleases; 〈 op eigen wijze te werk laten gaan〉 give someone a free handhij wilde haar zoenen en ze liet hem begaan • he wanted to kiss her and she let himII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [betreden] walk on♦voorbeelden:1 een blunder/flater begaan • commit a blunder, blunder -
2 tag
n. label (ook in computers); etiket, plakkertje; uitdrukking; krul; (in computers) label--------v. aanhechten, aanhangen, vastknopen, vastbinden; etiketteren, meelopen, volgentag1[ tæg]4 flard ⇒ rafel, los uiteinde————————tag2〈 tagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 every item was nicely tagged • elk artikel was keurig geëtiketteerd/van een prijskaartje voorzien -
3 aanslag
1 [muziek] touch2 [met betrekking tot een typemachine] touch3 [met betrekking tot een vuurwapen] ready5 → link=aanslagbiljet aanslagbiljet7 [bedrag aan belasting] assessment♦voorbeelden:1 een lichte/zware aanslag • a light/heavy touch〈 figuurlijk〉 met de pen in de aanslag • with one's pen poised/at the readyeen aanslag op iemands leven plegen • make an attempt on someone's life5 een aanslag van ƒ1000,- ontvangen • get assessed Dfl1000,-7 een voorlopige/definitieve aanslag • a provisional/final assessment
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский